Scholen hebben steeds meer oog voor talent
Jacqueline Wouda | 4 oktober 2017Op school leer je lezen en rekenen, maar nog heel veel meer. Hoewel de nadruk op cognitieve vaardigheden ligt, krijgen steeds meer scholen oog voor talentontwikkeling. Ze willen het beste uit alle leerlingen halen en méér dan alleen cognitieve ontwikkeling bevorderen.
Vrijwel iedere basisschool heeft wel een motto dat omschrijft wat de school belangrijk vindt. Zo’n motto staat op de website, in de schoolgids en pronkt vaak ook in een bordje op de muur. Ongetwijfeld heeft de school van jouw kind(eren) ook een motto. En ongetwijfeld is dat niet iets als ‘waar kinderen de hoogste cijfers halen’ of ‘met staartdelingen kom je verder in het leven’.
Schoolmotto’s zijn een stuk poëtischer en leggen eigenlijk nooit de nadruk op cognitieve vaardigheden. Het zijn zinnetjes als ‘waar kinderen groeien’, of ‘de school waar ieder kind een ster is’. Talentontwikkeling, kortom. Ieder kind zó ondersteunen dat hij of zij het beste uit zichzelf haalt.
Hoewel de talentgerichte motto’s al jaren op de schoolgevels hangen, is het begrip ‘talentontwikkeling’ pas sinds een aantal jaar stevig in opkomst. Dat wil niet zeggen dat het iets nieuws is. Denk maar aan de schoolmeester van Ciske de Rat, die ondanks alles blijft geloven in de onhandelbare jongen die nota bene zijn eigen moeder doodsteekt, en zijn goede eigenschappen blijft zien.
Inspirerende schoolervaring
Vraag volwassenen maar eens naar hun meest inspirerende schoolervaring. Tien tegen één dat dat verhalen oplevert over leraren die ‘anders’ naar hen keken, die meer in het kind zagen dan alleen de rapportcijfers. Maar het feit dat juist dit de leerkrachten zijn die in films en verhalen opduiken, is veelzeggend.
Gelukkig is talentontwikkeling op school iets dat de laatste jaren nadrukkelijker en beter onderbouwd wordt benoemd. Hoewel het op sommige scholen nog niet heel veel verder gaat dan het motto op de website, zijn veel scholen ook heel bewust bezig om talentontwikkeling centraal te zetten in hun onderwijsvisie.
21st-Century Skills
Deels is dit een weerslag van de landelijke discussie die al veel langer woedt, waarin kritiek is op het ‘Cito-denken’ en grote nadruk op zo goed mogelijk moeten presteren op jonge leeftijd. Deels komt het ook voort uit het inzicht dat het onderwijs wel aan talentontwikkeling móet doen.
Onderwijs is meer dan ‘kennis’ overdragen en in de 21e eeuw geldt dat des te meer: de (technologische) ontwikkelingen gaan zo razendsnel dat de kennis die kinderen nu op school aanreikt krijgen, waarschijnlijk alweer verouderd is tegen de tijd dat ze de arbeidsmarkt op gaan. Kinderen hebben al hun talenten nodig voor de toekomst.
Geen talent?
Maar wat verstaan scholen nu eigenlijk onder talentontwikkeling? Bij ‘talent’ denken we vaak aan ‘toptalent’, kinderen die ergens uitzonderlijk goed in zijn. Uiteraard moeten die zich op school ook zo goed mogelijk kunnen ontwikkelen, maar er is ook oog voor ‘breedtetalent’: ieder kind is wel ergens goed in.
Van sommige kinderen is direct duidelijk waar hun talenten liggen. Bij anderen kan het talent dieper verscholen liggen, of nog niet zichtbaar zijn. Soms komt in potentie aanwezig talent niet goed tot bloei, doordat er geen stimulerende omgeving is. Of er is een taal-of leerachterstand of gebrek aan zelfvertrouwen of persoonlijke aandacht die het talent verstopt.
Een school die inzet op talentontwikkeling zal er alles aan doen om wél een stimulerende omgeving te bieden. Of om taalachterstanden weg te werken en het zelfvertrouwen te stimuleren zodat het talent wel kan ontluiken. En allereerst: om met open blik te kijken naar wat een kind kan en waar een kind goed in is, in plaats van het te hebben over wat niet goed gaat.
Talenten laten niet alleen zien waar een kind goed in is, maar ze laten ook zien waaraan een kind behoefte heeft (De Groot, 2014). Een kind dat graag in een boekje leest, zal misschien minder behoefte hebben om buiten rond te hollen. En een kind dat juist graag actief is, leert beter als hij tussendoor af en toe lekker mag bewegen. Door rekening te houden met de behoeften van kinderen, krijgen ze meer ruimte om zich verder te ontwikkelen in waar hun taleten liggen.
Drie soorten talentontwikkeling
In hun publicatie Op zoek naar talent (2011) onderscheiden Guuske Ledoux en Monique Volman drie invullingen van talent op school:
1. Presteren naar je vermogen
Hier gaat het om leerlingen die nog niet volledig hebben (kunnen) laten zien wat hun prestatieniveau is. Het kan gaan om leerlingen met beperkingen of uit achterstandsgroepen, maar ook om hoogbegaafde leerlingen. Het doel is een einde te maken aan onderpresteren of maar half je best doen. Bij deze invulling van talentontwikkeling ligt de focus op cognitieve vaardigheden en prestaties in de traditionele schoolvakken.
2. Veelzijdige talentontwikkeling
Hier wordt uitgegaan van de gedachte dat kinderen zich op school breed moeten ontwikkelen, zowel in het cognitief als het niet-cognitief. Naast talent voor leren krijgen bijvoorbeeld ook sociaal talent, creatief talent en sportief talent de aandacht.
3. Talent ontdekken
De derde invulling van talentontwikkeling heeft betrekking op zelfontplooiing en daarmee op zelfontdekking. Hier gaat het om ‘leren over wat je kan’, door kennis te maken met allerlei soorten activiteiten en met verschillende vormen van leren. Dat moet leiden tot een beter zelfinzicht. Soms leidt het ook tot meer zelfbewustzijn en zelfvertrouwen, doordat kinderen erachter komen dat ze meer kunnen dan ze ooit van zichzelf hadden gedacht.
Op veel van scholen is aandacht voor alle drie de invullingen voor talentontwikkeling. Deze indeling kan handig zijn in een gesprek met school, of als je als ouder een basisschool zoekt voor je kind.
Heeft de directeur of de leerkracht het over talentontwikkeling, vraag dan eens door naar wat ze daar precies onder verstaan. Dan weet je beter wat je van de school kunt verwachten en waar in het onderwijs de zwaartepunten in talentontwikkeling liggen.
0 reacties
Reageer