Hoe maak je een Sinterklaasgedicht? Stappenplan voor je kind
Jacqueline Wouda | 23 november 2020Het is best moeilijk om een sinterklaasgedicht te schrijven, zeker als je het nog niet zo vaak hebt gedaan. Dit stappenplan met handige tips helpt jouw kind bij het maken van een sinterklaasgedicht. Wedden dat het jouw kind dan ook lukt om een leuk gedicht te schrijven?
1. Een goede voorbereiding helpt
Als je kind aan tafel gaat zitten met een leeg papier en de opdracht ‘schrijf een sinterklaasgedicht’ is de kans groot dat het papier lang leeg blijft. Of toch weer begint met Sinterklaas liep te denken/Wat hij Sophie zou schenken…Bij het schrijven van een gedicht helpt het als je van tevoren even rustig nadenkt. Voor wie is het gedicht? Wat wil je vertellen? Wat is het cadeau? Schrijf eerst de antwoorden op onderstaande vragen op een papier:
- Mijn gedicht is voor:
- Dit weet ik over zijn/haar hobby’s:
- Zijn/haar eigenschappen zijn:
- Echt opvallend aan hem/haar is:
- Dit is grappig aan hem/haar:
- Dit is het cadeau:
Gebruik kladpapier. Een gedicht in een keer goed opschrijven lukt bijna nooit. Liever typen op de computer? Dat kan natuurlijk ook. Maar veel kinderen (en volwassenen!) merker dat ze creatiever kunnen denken als ze met de hand schrijven.
2. Hou het simpel
Hoewel gedichten lang niet altijd rijmen, is bij sinterklaasgedichten rijm eigenlijk wel een harde spelregel. De meeste sinterklaasgedichten hebben het rijmschema AABB: regel 2 rijmt op regel 1 en regel 4 rijmt op regel 3. Het bekende cliché-gedicht is hier een voorbeeld van:
Sinterklaas blijft zich steeds verbazen
Als hij jou over het veld ziet razen
Daarom dit cadeau dat precies bij jou past
Sint hoopt dat hij je daarmee blij verrast
Als je kind erg van taal en schrijven houdt, kan het leuk zijn om eens een ander rijmschema te kiezen. Bijvoorbeeld ABBA (regel 4 rijmt op regel 1 en regel 3 rijmt op regel 2) of ABAB (regel 3 rijmt op regel 1 en regel 4 rijmt op regel 2).
Maar over het algemeen geldt: hou het simpel en kies voor de makkelijke vorm van AABB. Nog simpeler is ABCB, dan hoef je alleen bij de vierde regel maar te rijmen.
3. Rijmwoorden vinden
Lukt het niet om een rijmwoord te vinden? Dan kun je natuurlijk altijd een (online) rijmwoordenboek raadplegen.
Een andere oplossing kan zijn om de uitgangszin anders te formuleren. Vaak werkt het bijvoorbeeld goed om een vraagzin te gebruiken:
Als Sint jou ziet vindt hij het mooi / Dat…
wordt dan bijvoorbeeld:
Weet je wat Sint aan jou zo mooi vindt? / …
Een ander hulpmiddel kan zijn om geen rijmwoorden te zoeken bij de zinnen, maar zinnen te bedenken bij rijmwoorden.
Als je een gedicht schrijft voor Marcel die als hobby trompet spelen heeft, wil je waarschijnlijk het woord ‘trompet’ gebruiken. Als rijmwoord bij ‘trompet’ bedenk je ‘raket’. Hierbij kun je dan de volgende zinnen bedenken:
Wat een herrie! Hoor ik een raket?
Nee, het is Marcel op zijn trompet
Vaak levert deze werkwijze verrassende zinnen en plotwendingen op en je zit minder gevangen in het zoeken naar rijmwoorden.
4. Zorg dat je gedicht lekker ‘loopt’
Zinnen die mooi rijmen, hebben vaak evenveel lettergrepen. Ze hebben hetzelfde ritme:
Steeds weer zeg ik tegen mijn Pieten:‘Zie die Marcel eens genieten!’
Of:
Sophie rent altijd op een neer
Ze krijgt nog eens het heen en weer
Een hulpmiddel kan zijn om een (deel van een) bestaand rijmend kinder- of sinterklaasliedje als uitgangspunt te nemen. Vervang de woorden door je eigen tekst en zing het liedje hardop. Je hoort dan gelijk welke zinnen niet helemaal lekker lopen.
5. Maak je gedicht levendig en beeldend
Het is leuk als er humor in het gedicht zit. Probeer zinnen te bedenken waar anderen om moeten lachen. Een beetje plagen mag in een sinterklaasgedicht en hoort bij de traditie. Maar zorg wel dat het geen hard of onaardig gedicht wordt.
Het benoemen van emoties en het verwoorden geuren en kleuren helpen ook om een gedicht beeldender en persoonlijk te maken. Gebruik woorden als, net als of lijkt op. Deze woorden leveren zinnen op met een vergelijking erin. Deze beeldspraak maakt het gedicht levendiger.
6. Het hoeft niet perfect!
Als hele gedicht af is, is het handig om het nog even hardop voor te lezen. Je hoort dan goed waar de tekst niet lekker loopt, of waar het rijm niet klopt.
Maar ook al is het gedicht kort en klopt het hier en daar niet helemaal – dat maakt allemaal niet uit. Een Sinterklaasgedicht hoeft niet perfect te zijn, je mag best sjoemelen.
Het gaat om het plezier tijdens het schrijven en tijdens het voorlezen en het is de persoonlijke aandacht die telt.
7. Schrijf het gedicht netjes over op mooi papier
Is je kind tevreden met het gedicht? Dan kan hij of zij het gedicht op mooi papier in het net schrijven. Met de hand geschreven met je mooiste pen of stift wordt het een waar kunstwerkje. Versieren met stickers of een tekening maakt het nóg leuker.
4 reacties
Reageerik heb hierdoor een gedicht in elkaar geflanst
Reageer op thomasyes door dit is het gelukt
Reageer op mikewouw wat veeeel tips
Reageer op poepjesIk heb al meteen een iedee Ik ga aan de slag ………
Reageer op Maxime