Goede cijfers, tegenvallende Cito's (of andersom)
Jacqueline Wouda | 24 november 2017Het komt geregeld voor dat kinderen die normaal gesproken hoge cijfers halen slechts matig scoren op Cito-toetsen. Ouders begrijpen vaak niet hoe dat kan. Toch laat het verschijnsel zich wel verklaren, al zal de exacte oorzaak per kind verschillen.
Cito-toetsen zijn anders dan methodetoetsen
De normale cijfers krijgt je kind voor de reguliere toetsen die horen bij de lesmethode, de zogeheten methodetoetsen. Deze methodetoetsen zijn bedoeld om te controleren of de leerlingen de lesstof beheersen. Ze zijn zo gemaakt dat het merendeel van de leerlingen vrijwel alles goed kan maken.De toetsen van Cito beogen een onderscheid te maken tussen verschillende leerlingen. Door ook moeilijke opgaven in de toets op te nemen, krijgen de betere kinderen de kans om te laten zien wat ze kunnen. Het is dus moeilijker om een hoge Cito-score te halen dan een goed cijfer op een methodetoets.
De methodegebonden toetsen sluiten bovendien naadloos aan op de lesstof. Er worden precies díe kennis en vaardigheden getoetst die je kind in de weken eraan voorafgaand uitgelegd heeft gekregen en intensief heeft geoefend. Deze informatie en kennis ligent dus nog vers in het geheugen.
Cito-toetsen worden eens per halfjaar gehouden. Daardoor kan sommige kennis wat zijn weggezakt. Soms komen er ook dingen aan de orde die je kind helemaal nog niet heeft geleerd in de klas; de Cito-toetsen lopen niet altijd helemaal parallel aan het aanbod in de lesmethodes.
Daarnaast kan de vraagstelling in Cito-toetsen de score beïnvloeden. Zo'n toets ziet er anders uit dan wat je kind gewend is en de leerlingen moeten zelf bedenken welke oplossingsstrategie ze moeten gebruiken. Dat is soms best lastig!
"Op onze school proberen we zo ontspannen mogelijk om te gaan met de Cito-toetsen. Die benadering vragen we ook expliciet van ouders. Het zijn weken als alle andere, dus ze hoeven niets bijzonders te doen of te laten vanwege de Cito-toetsen. Het enige advies dat we geven is om de kinderen op tijd naar bed te laten gaan en 's ochtends goed te laten ontbijten. Maar dat is natuurlijk altijd belangrijk." - Meester Steven, leerkracht groep 3/4
Faalangst en stress
Soms ligt de oorzaak van het verschil tussen normale cijfers en Cito-scores bij de leerling, of bij de manier waarop die Cito-toetsen ervaart. Faalangst kan een rol spelen, als er te veel nadruk wordt gelegd op het belang van de Cito-toets.
Was Cito-stress in het verleden nog vooral een woord dat in verband werd gebracht met de Cito-eindtoets in groep 8, steeds vaker duikt het begrip nu ook op in de lagere groepen. Scholen moeten de toetsresultaten van het leerlingvolgsysteem elk jaar verplicht aanleveren bij de Onderwijsinspectie. Die controleert nauwlettend of het niveau schoolbreed aan de verwachtingen voldoet. Dit legt druk op scholen om te zorgen voor goede Cito-scores.
Nu de uitslag van de eindtoets in groep 8 niet meer meetelt voor het schooladvies, wordt er op nogal wat scholen nadrukkelijker gekeken naar de scores uit het leerlingvolgsysteem vanaf groep 6 bij de vaststelling van het schooladvies.
Probeer als ouder te voorkomen dat je daarvan in de stress schiet. Dat is het wel het laatste waar je kind bij gebaat is. Uit onderzoek van de Onderwijsinspectie is gebleken dat de Cito-scores uit het leerlingvolgsysteem een heel goede voorspeller zijn voor het niveau van voortgezet onderwijs dat kinderen aankunnen.
Het kan ook andersom: slechte cijfers, hoge Cito's
Sommige kinderen maken hun methodetoetsen maar matig, maar scoren ineens in de hoogste schaal tijdens Cito-toetsen. Dat kan het gevolg zijn van een slechte werkhouding: je kind heeft niet zo'n zin om zich erg in te spannen of interesseert zich maar matig voor het schoolvak en doet op gewone toetsen niet bijzonder zijn best.
Maar een Cito-toets is anders, belangrijker en interessanter. Daar gaat hij wel even voor zitten.
Het kan ook zijn dat je kind onderpresteert: de normale stof is te gemakkelijk en biedt geen uitdaging, maar bij de moeilijkere vragen in de Cito-toets leeft ze op. Wat de oorzaak ook is van opvallende verschillen tussen de gewone toetsen en de Cito-toetsen, voor de leerkracht moet zo'n verschil altijd een signaal zijn om precies na te gaan wat er aan de hand is. In de praktijk gebeurt dat echter niet altijd. Of alleen bij heel grote verschillen. Of alleen bij leerlingen die helemaal aan de onderkant of helemaal aan de bovenkant van de schaal zitten.
Als je vindt dat de leerkracht de toetsresultaten onvoldoende kan verklaren of te veel blijft hangen in algemeenheden, vraag dan door. Vraag eventueel of de leerkracht of intern begeleider er nogmaals naar wil kijken en spreek af om er op een later tijdstip op terug te komen. Maar vertrouw ook op de expertise van de leerkracht als deze aangeeft dat dit niet nodig is.
Uiteindelijk is de winst van een leerlingvolgsysteem dat de leerkracht de uitslagen bekijkt en - vaak in samenspraak met ouders - bepaalt hoe het gaat met het kind en of er wat extra's gedaan moet worden.
0 reacties
Reageer