Bewegen en spelen = leren!

Kleuters en stilzitten, dat gaat niet samen. Gelukkig mogen kinderen in groep 1 en 2 veel bewegen. Dat moet ook, want kleuters zijn lichamelijke volop in ontwikkeling. Door te bewegen ontwikkelen ze hun grove en fijne motoriek.

Een kleuter wil graag bewegen en krijgt daarvoor op school dan ook volop de ruimte en gelegenheid. Van kleutergym in het speellokaal (een gymlokaal dat speciaal is ingericht voor kleuters), lekker lang buiten spelen op schommels en fietsjes tot dans- en beweegspelletjes in de klas.
 
Dit geldt zowel voor de grove motoriek (rennen, hinkelen, huppelen, springen, evenwicht bewaren), voor de fijne motoriek (kralen rijgen, potlood vasthouden) als oog-handcoördinatie (sturen van een schaar, leggen van puzzelstukjes).
 
Een vierjarige kan een bal gooien met twee handen.
Een zesjarige kan een bal vangen met twee handen.
 
Een vierjarige tekent vanuit de schouder; de hele arm doet mee.
Een zesjarige schrijft met kleine, subtiele bewegingen vanuit de vingers.
 
Een vierjarige kan recht knippen.
Een zesjarige kan golvend knippen.
 
Kleuters ontwikkelen zich in hun eigen tempo, de één is sneller dan de ander. Over het algemeen lopen meisjes iets voor op jongens in hun motorische ontwikkeling.
 

Dit leren kinderen in groep 1 en 2 op het gebied van motoriek

Grove motoriek: balanceren, klimmen, schommelen, zwaaien, koprol maken, springen, hardlopen, mikken, vangen en gooien, tikkertje, bewegen op muziek, balspelen

Fijne motoriek: prikken, knippen, scheuren, binnen de lijntjes kleuren, goede potloodgreep, schrijfpatronen overtrekken, schrijfbeweging vanuit de vingers