Leren tellen en bewegen tegelijk! Met dit beweegspel leert een kind spelenderwijs tellen van 1 tot en met 10. Het spel bestaat uit telkaartjes en kaartjes met beweegopdrachten. Het kind pakt eerst een beweegkaartje van het ene stapeltje. Samen met een volwassene bekijkt hij welke beweging er op dit kaartje staat. Vervolgens pakt het kind een kaartje van het andere stapeltje. Het cijfer en het aantal vingers op dit kaartje geeft aan hoe vaak de bewegingen mogen worden gedaan. Samen met Jules doen kinderen leuke opdrachten, zoals tien tellen op één been staan, drie keer een buiging maken en vijf keer springen als een kikker.

Je kunt dit spel alleen spelen, maar ook met andere kinderen. En het is natuurlijk extra leuk om als volwassene ook mee te bewegen! Behalve tellen, oefenen kinderen met dit spel ook de grove motoriek.